Over 'Onklare taal'

Occasionally, this blog will contain some English-language content. Think parody, games, questionable gaming fan project, and so on. 'Gelul' is a learned Dutch word for 'Bullshit', hence the link 'Diarrhea entries' if you came from my Alpha+Good blog. I bet you can't wait to read all this shit.

'Onklare taal' is de verzamelnaam van diverse tekstprojecten van mijn hand. Dit is de afdeling gelul daarvan: alles wat niet onder de andere afdelingen past, zeg maar de dienst verloren voorwerpen of het rariteitenkabinet. Hier mag gelachen worden. De weg een beetje kwijt? Mijn eigenlijke website, die ook 'Onklare taal' heet, verwelkomt je.

woensdag 2 april 2025

“Ik dacht dat we nog gingen poepen” (II)

01. De racistische muzieklerares

Eén van de ergste dates die ik ooit had was met een muzieklerares uit de regio van Oost-Vlaanderen die op Lokeren na de minste identiteit heeft: het is niet de Denderstreek, niet het Meetjesland, niet de Vlaamse Ardennen, niet Gent, het is eigenlijk de meest kraantjeswaterachtige versie van Vlaanderen. In haar berichten leek ze me eigenlijk al niet erg enthousiast, maar niettemin spraken we af voor een wandeling rond een grote vijver, met haar hond erbij.

Niet alleen bleek ze in het echt even vlak als in haar berichten, na onze wandeling had ze meer aandacht voor de hond aan het nabijgelegen tafeltje dan voor mij, beweerde ze dat elektronische muziek “geen echte muziek” was, was ze al zat na één biertje en zei toen “de lagere school in mijn buurt biedt halal-maaltijden aan” met hoog opgetrokken wenkbrauwen, als een hint dat het oké was dat ik wat racistische praat kon verkopen. Ik voelde me net een gevangene in een levend geworden N-VA-pamflet. O ja, ze was op dat ogenblik eigenlijk werkloos en woonde nog bij haar ouders.

02. Fabienne en de paarden

Je zou denken dat iemand die vlot tweetalig is (Nederlands-Frans) met vluchtelingen werkt en hobby's heeft die zich vooral buiten afspelen, heeft erg boeiend is, maar dan denk je helaas verkeerd in het geval van Fabienne. Niet alleen gaf ze van meet af aan droge, monosyllabische antwoorden, er waren ook de paarden. En laat me je dit zeggen: paarden werpen meer rode vlaggen op dan de jaarlijkse 9-mei-parade van het Russische leger in Moskou. Het ding met paarden is dat je nooit een beetje of mild into paarden bent. Het kan je niet schelen, of het is een complete obsessie.

Daarbij hielp het ook niet dat Fabienne een wel samengedrukt, smal gezicht leek te hebben en dat ze 2 uur na onze date al direct stuurde dat ik “2 maand [zou moeten] wachten voor [onze] volgende date”. Het idee alleen al. Ervan uitgaan dat ik sowieso een volgende date ging willen. En me dan die wachttijd opleggen? Uit colère verwijderde ik m'n account. Overigens alle liefde en respect voor dames met een samengedrukt, smal gezicht, ook zij verdienen liefde, maar het zal niet die van mij zijn.

03. Elini met de Meningen 

“Iemand die tegen z'n 40ste nog nooit getrouwd is geweest of geen kinderen heeft, daar scheelt iets aan.” Dat zei ze, datend met een man van 40 zonder kinderen die ongetrouwd was. Nog meningen van de Griekse Eleni: “met Italianen verveel je je nooit, maar ze kunnen niet trouw zijn.” Of deze: “Nederlanders trekken me aan, maar ze zijn te gierig.” Niet alleen dacht ze volop in clichés en had ze meningen over zowat alles onder de zon, ze leek me er stellig van overtuigd dat al haar meningen de enige correcte meningen waren.

Ik moet toegeven dat ik het wel amusant vond om haar over die meningen uit te horen, de redeneringen die die meningen schraagden; en tot haar verdienste had ze effectief wel nagedacht over al die zaken. Ik zat te denken dat een man die zelf wat meegaand was en zich niet zo veel vragen zou stellen bij al haar Meningen haar wellicht leuk zou kunnen vinden, comfortabel zelfs, omdat je wist waar je er met haar aan toe was. Jammer genoeg ontmatchte ze me en blokkeerde ze me al nog voor ik hetzelfde kon doen en voor ik thuis was.

04. De verdwijnende Ierse

Dankzij Aoife weet ik sinds 2012 hoe je die naam hoort uit te spreken, als ik al iets positiefs moet onthouden aan die niet-ontmoeting. Aoife was een Ierse eurocraat uit het Brusselse met het obligate rosse haar en leek een prikkelend, geestig persoon op haar profiel. De berichten gingen vlot over en weer, en al snel werd er een date geregeld. Ik werkte in die periode zelf in Brussel dus na het werk afspreken leek een goed idee.

Aan de vooravond op wat onze eerste date zou worden, stuurde Aoife me dat ze zich ziek voelde en de date wilde afzeggen. Geen probleem. Ze stelde direct een nieuwe datum voor, en die lukte voor me. Op de vooravond van de herkansing zegde ze opnieuw af, ditmaal met als uitleg dat haar werk wat te overweldigend was en dat ze nood had aan rust. Ik drong niet aan voor nog een herkansing en zei haar dat het oké was als ze even het hele datinggedoe wilde pauzeren. Niettemin stelde ze toch een nieuwe datum voor. Als een Zwitserse (Ierse?) klok echter stuurde ze de dag voor die derde datum het droge “I won't be able to make it.” Zo veel vragen, nul antwoorden.

05. Ik wil nog eens afspreken maar eigenlijk niet

Initieel waren voor deze date alle lichten op groen, en het was nog mooi weer ook, dus konden we aan een terrasje gaan zitten. Van het gesprek zelf herinner ik me niet zo veel, maar het ging gezapig vooruit als een tuffend bootje vol toeristen op de Gentse kanalen. Haar familie kwam oorspronkelijk uit Frans-Vlaanderen en ze had een scherpe carré-snit die haar goed afging, een beetje alsof ze een hippe techno-dj was.

Op het einde van de date, toen we naar ons beider fietsen wandelde, stelde ze spontaan voor om nog eens af te spreken en dat zag ik zeker zitten. Toen ik twee dagen later een bericht stuurde om de daad bij het woord te voegen, kreeg ik een wat kruiperig antwoord terug dat ze me wel leuk vond maar verder contact niet zag zitten. Waarom zelf het voorstel maken als je weet dat je het toch niet wil? Ik had op geen enkel moment zelf aangedrongen op een vervolgdate of een hint gegeven dat ik dat wilde. Nu, mensen kunnen zich bedenken of misschien was er in werkelijkheid een andere reden die ze me niet kon of wilde vertellen, maar het bleef een beetje balen.

06. De bleke kinkster

Tijdens de jaren '00 en de jaren '10 zat ik graag op cybersex-kanalen, niet omdat ik werkelijk hoopte om er een seksdate te scoren, maar omdat ik er nu en dan mensen tegenkwam (vaak vrouwen, denk ik, maar er zaten zeker ook mannen tussen die zich al vrouw voordeden met dezelfde kinks als ikzelf). Eén daarvan was Winny, waarmee in het chatvenster de vonk zo hevig knalde dat ik dacht dat er iets meer in zat. Ze daagde me uit de nacht zelf nog af te spreken, en wilde wel, maar het was wel al heel erg laat. Bij een toevallige her-ontmoeting online enkele maanden later vroeg ik haar op een (conventionele) date in een cocktailbar.

Winny was superstil en superverlegen, bleek als een vampier, een beetje de belichaming van een erg introverte bibliotheekmedewerkster. Ik denk dat we allebei ongemakkelijk waren. Misschien had ze verwacht dat ik direct de vuile praat ging reproduceren van in de chat, of haar aan een stalen halsketting uit de bar ging slepen om haar ergens in een steegje te bestijgen, maar ik kreeg niet de vibe dat dit de goede modus operandi was. Ik kreeg eigenlijk helemaal geen vibe.

Toch bleek ze nog voor een 2de date aan te porren, waarbij ik snel het gevoel kreeg dat ze toch een move wilde maken, maar toen was mijn interesse al voorbij. Maanden later kwam ik haar tegen op een exclusief feestje in 't Kuipke. Toen ik haar herkende en aansprak kon ze niet snel genoeg terug verdwijnen in de massa, alsof ik een vuile drol was die per ongeluk naar boven was komen drijven in haar keukenafvoer.

07. De coole Kazachse biologe

Voor de verandering is dit een verhaal waar ik wellicht slechterik in ben. Lyesa leek me supercool, maar niet alleen oversliep ik me voor onze brunch/koffie-date, ik had in m'n haast ook vergeten cash geld mee te nemen (in de periode waar de meeste horeca-gelegenheden nog geen kaartbetalingen toelieten). Ze was een biologe die in Kazachstan geboren was maar al lang in België woonde, en kon bovendien alcohol verzetten als een Sovjet.

We deden uiteindelijk drie verschillende gelegenheden aan en de conversatie leek me zowel prikkelend als geestig, maar een tweede date zat er niet in. Dat ze me vergeven had voor mijn laatkomerij en m'n gestuntel met de eerste koffies was wellicht al meer dan genoeg voor haar, en een tweede date met zo'n clown zag ze om begrijpelijke redenen wellicht niet zitten. Lyesa, mocht je dit ooit lezen en je jezelf hierin herkennen: het spijt me.

08. Hanne en de tl-lichten

Dit verhaal is een beetje valsspelen omdat ik het al vermeldde in mijn roman 'Fragmentariërs' uit 2020, maar het blijft een bizarre anekdote die ik lezers niet wil onthouden. Net als het verhaal over Winny begon dit ook in Vlaanderens cybersex-krochten. Hanne en ik matchten redelijk goed qua kinks, en ze was een laastejaarsstudente economie die in Brussel op kot zat. We waren bovendien opgegroeid in dezelfde gemeente. Ze vroeg me tijdens het chatten enkele keren of ik “toch geen fatty” (sic) was, waarop ik eerlijk zei dat ik graag wellicht wat minder zou wegen, maar toch ook geen obese man was. Zelf beweerde Hanne dat ze heel sportief was en kreeg ik maar één redelijk vage foto van haar. Ik zou haar oppikken als ze terugkwam van college.

Toen ik in m'n auto zat te wachten op haar zag ik haar aankomen via m'n spiegel, en zag ik onmiddellijk dat ze zelf dik was. Eens aangekomen bij haar kotgebouw loodste me ze door een onbemeubeld gelijkvloers vol gesloten kartonnen dozen waar twee mannen bij zaten aan wie ik niet werd voorgesteld, noch omgekeerd, en troonde ze me mee naar haar studio, die baadde in het onvergevende licht van een harde tl-buis. Ze zat er wijdbeens bij, diste racistische anekdotes op en liet merken hoe zeer ze rokers minachtte (ik ben een roker). Toen ik zei dat ik het “niet voelde”, liet ze me met even veel aplomb gaan, met de uitsmijter “ik dacht nochtans dat we nog gingen poepen.” Terug in m'n wagen piste ik bijna in m'n broek van opluchting.

09. De kraakster die m'n broer leuker vond

Ik matchte met Beatrijs. Met zo'n naam weet je dat je te maken hebt met de dochter van hippies of neo-nazi's. Gelukkig bleek het eerder het eerste, en we leken heel wat gemeen te hebben en bovendien leek ze ook m'n type als een wat chaotische brunette. Dat chaotische kwam heel duidelijk naar boven op onze date op haar anti-kraak-appartement, met een diepvriesmaaltijd en muziek voorzien door de Flaming Lips. Ze was trouwens de jongere zus van een ietwat beroemde fotografe, maar dat interesseerde me eigenlijk niet. Er kwam geen vervolg, en dat vond ik oké.

Een dikke maand later kwam ik haar en haar zus heel toevallig tegen in een hipstertent die nu al lang niet meer bestaat, en ik was daar net zo toevallig ook met mijn jongste broer. Ze stelde me voor aan haar zus en ik stelde haar voor aan mijn broer. Daarop flapte Beatrijs eruit: “Vind je dat niet erg, met je knappere broer uitgaan?” Direct daarna sloeg ze beschaamd haar handen voor haar mond. Initieel stoorde me haar opmerking niet, maar de dag nadien realiseerde ik me hoe fucking gemeen dat was. Vooral omdat haar beroemdere zus duidelijk mooier was dan zijzelf.

10. De Finse met de rode tanden

Weer in Brussel sprak ik af met een Finse met heel clichématig Scandinavisch witblond haar, grote diepblauwe ogen en een dieprode mond. In het echt bleek ze jammer genoeg meer een belichaming van “we have hot Finnish girls at home” en was ze een stuk compacter dan ze op haar foto's deed uitschijnen. Haar lipstick beperkte zich bovendien niet tot haar lippen maar zat ook over haar tanden heen.

De date was eigenlijk doodgeboren maar toch hadden we noch een fijne wandeling, dronken we als cultuurmensen thee in het café van de Botanique en kwamen we erachter dat we dezelfde verjaardag deelden, tot het geboortejaar toe. Ze was lief en best nobel in mijn afwijzing van een tweede date, en ik hoop oprecht dat ze een fijne man gevonden heeft in tussentijd.

maandag 31 maart 2025

“Ik dacht dat we nog gingen poepen” (I)

Als individuele mensen in de Vlaamse mainstreammedia aan het woord gelaten worden over (online) dating tussen hetero's, zijn dat in 98% van alle gevallen vrouwen. De overige 2% wordt ingenomen door mannen met cowboyverhalen die vooral henzelf vergulden als pornografische Djenghis Khans of vrouwen afschilderen met de hele regenboog van misogyne clichés: irrationeel, jaloers, onzeker, kronkelig-geil, bezitterig, mysterieus, oppervlakkig, ga zo maar door.

Maar waarom komen mannen in dit onderwerp zo weinig aan het woord? Ik heb geen harde bewijzen, maar drie erg sterke vermoedens.

Eén: voor de meeste heteromannen op datingapps is het barre armoede, en een goed deel onder heen gaat volgens mij zelfs op geen enkele date. Gedeeltelijk ligt dat aan het overaanbod van diezelfde mannen op die apps, waardoor vrouwen erg selectief kunnen zijn. Gedeeltelijk ook omdat veel mannen 0 standaarden hebben en alles wat vaag oogt als een vrouw rechts swipen (wat de selectiviteit bij vrouwen enkel verhoogt!). En tenslotte omdat veel mannen 0 denkwerk steken in hun profiel - of in dat profiel juist aantonen dat ze complete debielen zijn. Om even een incel-idee uit de weg te ruimen, ik geloof niet dat dit te maken heeft met uiterlijk of status, maar dat veel mannen jammer genoeg nog altijd uitstralen dat ze vrouwen minachten en dat steeds meer vrouwen dat niet langer pikken. 

Twee: het overaanbod aan mannen zorgt er ook voor dat zelfs na een match conversaties vrijwel onmiddellijk doodbloeden. Ofwel is de dame in kwestie eigenlijk al aan het praten met iemand die ze interessanter vindt en ben je hoogstens een manvormig reserviewiel, ofwel blijft ze gewoon doorswipen in de hoop nòg beters te kunnen vinden. Of ze is het digitale equivalent van een pillow princess die vindt dat jij al de moeite moet doen en zij helemaal niets.

Drie: bij mannen die wel dates scoren en zich geen Casanova wanen, is er een gevoel van schroom. Door dezelfde grijzige dates gaan op café, in tearooms, in parken of langs rivierkades voelt, ook al ben je bewust niet bezig met het idee dat een man hoort te scoren en te overwinnen, als een late novemberdag in een beige kantoor. Het is best daar gewoon niets over te zeggen, ook al eindig je een beetje gekwetst, een beetje teleurgesteld.

Soit. Bij dezen mijn poging de stilte te breken.

Ik ben 41 en heb een pak serieuze relaties gehad. In de periodes daartussen heb ik gedatet - wat zeg ik, ik was onbedoeld één van de pioniers in het online daten, want m'n eerste echte lief leerde ik online kennen toen ik 17 was, op het staartbeentje van het jaar 2000. Dus hier zijn 20 date-ervaringen, kris-kras verspreid over de periode tussen 2000 en 2025, hopelijk ter lering ende vermaak. Alle namen zijn fake en ik geef nergens data.

Verder wil ik nog wat kwijt over dating-apps je confronteren met de lelijkere kanten van jezelf. Daarmee bedoel ik niet dat je jammer genoeg foto's moet selecteren waarop je er ietwat aantrekkelijk uitziet terwijl je je vaak voelt als het menselijke equivalent van een mislukte oliebol, maar hoe snel je zelf bent in het (ver)oordelen van anderen op basis van erg weinig informatie. Ik schreef ooit al een blogtekst over de vreselijke profieltypes die ik ben tegengekomen, maar hoe dan ook voelt het steeds alsof ik mezelf kleiner maak door op basis van kleine vooroordelen dames weg te swipen, hoe juist ze misschien zouden blijken mocht ik hen ontmoeten. 

Maar hoe genadeloos en terecht we veel mannen kunnen bekritiseren om het maken van ondoordachte, domme en onflatteuze profielen, hetzelfde geldt ook voor veel vrouwen. Los van mijn persoonlijke voorkeuren is toch geen enkele vrouw geholpen met bijvoorbeeld: slechts één foto (bonuspunten als het enkel een vage foto is van het gezicht en ze een zonnebril draagt), profielteksten die bulken van de oppervlakkige clichés, lelijke foto's, verdachte “ik praat niet hier maar volg mij op Instagram!”-boodschappen, te vermijden taalfouten (goed om weten dat je “rijsgraag” bent Nina) en dies meer? Als we mogen lachen met idiote mannen, moeten we ook kunnen lachen met de zelfverklaarde “zotte dozen” van de wereld, de ghostende dames, de vrouwen die lijken te denken dat het een voorrecht is om dezelfde lucht als hen in te ademen, of de brekers van beloftes en harten.

Nu goed - je wil de verhalen? Hier zijn de verhalen (in deel II op 2 april).

vrijdag 16 februari 2024

Een taxonomie van Vlaamse fietsers

Ik ga al 4 jaar naar het werk met de fiets. Niet elke dag, maar de meeste dagen dat ik op kantoor moet zijn. Daarbij kom je ook veel andere fietsers tegen. Hier zijn enkele bijzondere categorieën die ik over de jaren heen heb weten te identificeren, naast de min of meer amorfe massa van "gewone" fietsers die bestaan uit studenten, forenzen, blozende boerenzonen en mistroostige koeriers:
  • De Amateur-Amateurcoureur: hier bedoel ik niet de typische mannnen van middelbare leeftijd mee die fanatiek trainen om de Ventoux op te rijden of mee te bollen in de Ronde van Vlaanderen voor liefhebbers, en het zijn ook geen mannen op een koersfiets, maar mannen die lijken te denken dat ze op een koersfiets rijden en dat iedereen ook moet wijken voor hen. Ze willen de ochtend/avondspits gewoon winnen, meestal op een dunne oude fiets en in de winter vaak niet eens met een jas aan, want dat zou hen wel eens kunnen vertragen.
  • De John: intussen zeldzaam geworden, maar ze bestaan nog. Waar Johns in getunede auto's steevast veel te snel rijden, zijn Johns op de fiets supertraag en zitten ze vaak in een rare positie: laag en achterovergeleund, breed uitgeschouderd, of juist rechtop op de pedalen. Alsof ze eigenlijk te cool zijn om gewoon te fietsen. Ze dragen meestal een hoofddeksel en fietsen ook vaak zonder handen. Ze nemen graag veel plaats in, als cyclistisch equivalent van de manspreader op de bus of trein (Johns zijn dan ook inderdaad fervente manspreaders die denken dat ze kloten hebben ter grootte van bowlingballen).
  • De Spast: dit woord mag je eigenlijk niet echt meer zeggen maar ik vind geen beter woord. Dit type fietser fietst traag en extreem onbehouwen, zwenkt uit zonder reden, zwaait al eens nodeloos met een arm, rijdt met o-benen en lijkt over straten en fietspaden te zweven zonder het minste gevoel voor positioneel bewustzijn. En het zijn heus niet allemaal verstrooide bejaarden, op spasten staat geen sekse of leeftijd. De ergste subcategorie hier is de telefonerende spast.
  • Mama/Papa: bakfietsouders zijn al zo veel uitgescheten dat het geen zin heeft er nog een schep bovenop te doen, en bovendien zijn de meeste bakfietsers nette, rustige fietsers wier enige misdaad blijkt te zijn dat ze nogal veel plaats innemen. Met mama/papa bedoel ik een subtype die zich als de Mama / de Papa identificeren als hun belangrijkste, zoniet enige identiteit, ook als er geen kinderen meefietsen. Ze zien zichzelf als hoeksteen van het verkeer en denken overal voorrang te hebben "want ik heb wel een gezin hé!", zijn geschokt als iemand hen inhaalt "want denk eens aan de kinderen!" en, inderdaad, nemen bij fietsenstallingen direct een de halve stalling in met een vanzelfsprekend aplomb "want ik moet toch de kinderen makkelijk kunnen helpen!".
  • De Fietshater: meestal op een speedpedelec, met een verbeten, bittere trek om de mond. Fietshaters zouden eigenlijk veel liever de auto nemen en haten fietsen, maar om de één of andere reden zitten ze toch op de fiets. Als dat dan gebeuren moet, dan liefst zo kort mogelijk. Waar de amateur-amateurcoureur vindt dat iedereen voor hem moet wijken en chagrijnig wordt als hij achter iemand anders moet blijven, rijdt de fietshater de anderen simpelweg van de baan. Waar de spast ongelukken veroorzaakt door niet op te letten, kan het de fietshater eenvoudigweg geen lor schelen. Als hij baalt als een stekker, dan moet iedereen maar balen als een stekker en mag niemand op de baan of op het fietspad iets beleven dat op plezier lijkt.
  • De Rijkswachter: de rijkswachter houdt een nette rijlijn aan, maakt altijd correcte armgebaren, heeft een fiets waar alle lichten goed werken en draagt van zodra het ook maar bewolkt is een fluohesje (meestal van het werk) en een koplampenwerk waarmee je een voetbalstadion kan verlichten. Erg netjes, ware het niet dat ze ook niet zullen aarzelen zich te bemoeien met andere medefietsers als die iets doen wat niet mag ("meneer wil zeker graag opgeschept worden door een auto?"). Hun grootste toorn is echter gereserveerd voor autobestuurders die de regels breken door bijvoorbeeld te parkeren op het fietspad. Dan is het kot te klein.

zondag 11 september 2022

Vlaamse politici gerangschikt volgens hun waarde in een cafégevecht

Ik heb 12 jaar aan en rond de Overpoort in Gent gewoond, dus ik heb in die periode toch al het een en ander mogen zien van gevechten (en gelukkig ben ik er zelden zelf in verzeild geraakt). Vandaar dat ik met enige expertise u een lijst kan presenteren van hoe goed (of hoe slecht) een kleine 30 Vlaamse politici het zouden doen in een cafégevecht.

Buiten categorie: Dries Van Langenhove

Ja, ik weet wat je denkt: Dries is jong, in goede conditie en tuk op geweld. Maar zoals de meeste nazi’s is hij ook een ongelooflijke lafaard en zal hij krijsen als een klein meisje zodra iemand hem nog maar aanraakt, om direct weg te vluchten en dan op sociale media uitgebreid te klagen over wat hem overkwam. Dergelijke fils à papas zijn de eersten om aan te zetten tot geweld, maar o wee als er nog maar een kreukje zou komen in hun polootjes.

25. Jo Vandeurzen en John Crombez

Als er een gevecht uitbreekt blijven deze mannen gewoon staan, traag knipperend met hun ogen, tot er iemand een barkruk op hun hoofd slaat of ze per ongeluk glassplinters in hun gezicht krijgen. Bij Jo komen er waterlanders aan te pas en John zou beleefd - en volstrekt vruchteloos - willen vragen om "dat toch allemaal niet te doen", maar in een caféruzie zijn deze heren van 0 en generlei nut.

24. Hilde Crevits

Zou Hilde Crevits ooit al in de nabijheid van een gevecht gezeten hebben? Vlaanderens minzaamste kleuterjuffrouw heeft niet de maag en niet het hart voor een lijf-aan-lijfgevecht, en wordt daarbij ook niet geholpen door het typische tsjevenverschijnsel van de ruggengraat van drilpudding. De enige reden waarom Crevits boven Vandeurzen en Crombez eindigt is omdat, als ze niet direct al snel zou weggelopen zijn, niemand Crevits echt zou willen slaan.

23. Wouter Beke

Het stond in de sterren geschreven dat de tsjeven deze lijst niet zouden winnen, maar Wouter Beke, echt zo laag? Beke kan niet vechten. Dat voel je met elke vezel van je lichaam als je naar hem kijkt. Maar hij kan meehelpen een zaal op te vullen door er gewoon te zijn, ook al is hij één van de eersten die rake klappen zal krijgen en zich zal moeten terugtrekken.

21. Kristof Calvo en Jos D'Haese

Calvo en D'Haese delen allebei de weinig benijdenswaardige eigenschap dat ze een muil hebben om op te kloppen en er bovendien fysiek weinig weerbaar uitzien. Gegarandeerd zijn die vroeger op wat ruigere feestjes al eens aangepakt door bullebakken die een makkelijk doelwit zochten. Ze zijn marginaal beter om aan je zij te hebben dan de vorige omdat ze allicht sneller kunnen lopen en ontwijken. Maar eens de lucht uit hun fragiele vogellongetjes wordt geperst, is het game over.

20. Kris Peeters

Bon, nu het eerste kaf van het koren is gescheiden, belanden we bij Kris Peeters. Peeters is niet per se een schotelvod, maar hij is een houten klaas eerste klas die in een gevecht sneller zichzelf pijn zou doen dan iemand anders. Noem hem gerust de gemiddelde politicus of boekhouder op leeftijd, voor wie een wandeling op de dijk al een stevige inspanning is. Maar: hij zou zijn best wel doen.

18. Theo Francken en Bart De Wever

Ik weet het, je zou Theo Francken en Bart De Wever hoger verwachten. Allebei zijn het heren met een goede conditie en straatvechtinstincten, maar wat we niet mogen vergeven is dat het allebei ook laffe bleiters eerste klas zijn. Bart en Theo zijn hard maar broos. Hun complete onvermogen om om te gaan met kritiek geeft te denken over de pathetiek waarmee ze de wereld bijeen zouden krijsen in een handgemeen. Ze zullen al snel Dries volgen naar de exit.

17. Gerolf Annemans

Gerolf heeft het voordeel dat hij de bruine onderbuik van Vlaanderen goed kent en wellicht een goede knokpartij op tijd en stond weet te appreciëren. In zijn nadeel speelt dan weer dat hij de laatste 30 jaar vooral veel bruine biertjes heeft gedronken en weinig echte actie gezien heeft. Plus, hij is ook al wat ouder.

16. Meyrem Almaci

Almaci is al heel haar leven gewoon om hard te keer te moeten gaan om opgemerkt te worden, en dat zeker in een machowereld als de politiek. Ik verwacht dat ze enkele rake klappen uitdeelt alvorens uiteindelijk zelf geveld te worden. In het momentum van haar val kan ze uiteindelijk eerst nog figuren als Annemans vloeren.

15. Gwendolyn Rutten

Ons Gwendolyn is de beminnelijkheid zelve tot het menens wordt, ze haar bril afzet en met een haarspeld iemand de strot doorboort. En dat allemaal zonder haar ijzige glimlach op te geven. Uiteindelijk is ze te gemiddeld om lang mee te gaan, maar de eerste kaalslag overleeft ze moeiteloos.

14. Maggie De Block

Maggie De Blocks houdbaarheidsdatum in een gevecht is beperkt door haar slechte conditie en gebrekkige mobiliteit, maar op korte tijd kan ze extreem veel schade aanrichten. Ten eerste: als dokter weet ze heel goed waar het écht pijn kan doen. Ten tweede: de houten klazen, sprieterige figuurtjes en lafaards kegelt ze met één stoot omver alsof het kegels zijn en zij de bowlingbal.

13. Björn Rzoszka

Rzoszka is tamelijk stevig en koelbloedig, en is niet te beroerd om nu en dan ook eens verrassend rechts uit te halen. In feite is hij in een gevecht wie Kris Peeters had kunnen zijn als die niet zo ontzettend lullig was. Rzoszka is ook een galante vechter, waarmee je je als vanzelf moreel verheven voelt als die aan je zijde komt staan.

12. Alexander De Croo

Alexander De Croo is een vrij fitte, grote man ongeveer op de piek van zijn kunnen en zijn reflexen zitten goed. Zou hij goed kunnen vechten? Wellicht niet bijzonder, maar hij raakt zo hoog puur omdat al de rest die na hem komt wel af te rekenen heeft met één of andere intrinsieke verzwakking.

11. Raoul Hedebouw

Hedebouw kan incasseren (niet hetzelfde als zich passief beurs laten slaan zoals de twee grote verliezers in deze lijst) en kan daarbij bogen op zijn ervaring in allerlei dissidente linkse groupuscules. Geef de man een verkeerskegel en een autoband en het café is, indien niet zijn domein, toch wel een plek waar hij totterdood zal strijden.

09. Guy D'Haeseleer en Philip Dewinter

Allebei al wat oudere mannen intussen, en Guy heeft zijn conditie niet mee, maar aan beide mannen hun zweterige varkensoogjes en hun fascistische grimlach zie je dat dit geboren bruinhemden zijn die naarmate een gevecht blijft duren, ze juist meer en meer op gang zullen komen. Philip stampt al blauwvoetzingend je neus kapot met zijn combats terwijl Guy hevig zwetend iemand molesteert.

08. Liesbeth Homans

Homans' grote voordeel, buiten haar botheid, is dat ze klappen nauwelijks voelt door haar schild van totale onverschilligheid. Portoke's kunnen ook helpen om een soort alcoholharnas te creëren, en bovendien maakt dat de ledematen wat soepeler. Mij maak je niet wijs dat Homans niet de eerste zou zijn om een volle pul bier kapot te slaan op het hoofd van iemand anders.

07. Peter Mertens

Peter Mertens is een oude rot in het hoog heffen van rode vuisten, maar wat hem een betere medestander maakt dan Hedebouw is dat hij iets bestudeerder en koeler te werk gaat. Bovendien is het een fort van een vent en zal hij systematisch eerst de meest bedreigende tegenstanders neer proberen te halen, als kampioen van de kleine m/v.

06. Conner Rousseau

'King Connah' is goed vertrouwd met de zelfkant van de maatschappij, waar sommigen sneller hun vuisten laten spreken dan hun woorden. Bovendien is hij jong, in topconditie en gretig om zich te bewijzen. In een bargevecht zet je hem niet zomaar even opzij.

05. Sven Gatz

Sven Gàtz? Zo hoog? Jawel. Hij ziet er misschien uit als een aimabele leraar esthetica of de uitbater van een chique wijnbodega, maar reken maar dat types als Gatz in hun vrije tijd bescheiden al 25 jaar in de leer zijn bij één of andere Chinese kung fu-meester. Gatz is van nature geen agressief persoon, maar met hem ga je niet zomaar sollen en hij kan messen in de rug duwen als geen ander. Als hij de vorm van de kraanvogel aanneemt, weet je dat het voorbij is.

04. Louis Tobback

Ja, Louis Tobback nadert de dood met rasse schreden. Maar hij geeft letterlijk 0 fucks en is nog altijd de enige politicus op leeftijd die met een welgemikte opmerking gelijk wie de mond kan snoeren. Hij zorgt ervoor dat zijn tegenstanders zich de pleuris werken tegen hem terwijl hij vlotjes ontwijkt en pareert, om tenslotte toe te slaan met dodelijke efficiëntie als ze uitgeput naar adem happen.

03. Annick De Ridder

Annick De Ridder gaat van 0 naar 150km/u op een seconde en zal bijten, krabben, nijpen en je eigenhandig scalperen. Agressie is haar tweede én haar eerste natuur, en alleen al de furieuze charge waarmee ze vijanden te lijf gaat, zal anderen afschrikken van mee in het gevecht te stappen.

02. Filip Watteeuw

Filip Watteeuw is niet bang om onpopulair te zijn. Bovendien is hij een vampier en tenzij iemand look, zilver of een houten staak bij zich heeft, dan kan een gevecht met hem zo lang duren als het mag, uiteindelijk haalt hij de overhand en zijgen zijn tegenstanders in elkaar. Sommigen zinkt de moed al in de schoenen gewoon als ze hem daar zien staan aan de hoek van de bar, met zijn bloedappelsiensapje.

01. Meryem Kitir

Gepokt en gemazeld in de zware industrie en in de vakbond, pezig en gestroomlijnd: Kitir slaat iedereen tot moes. 

donderdag 14 april 2022

De naakte astrologische waarheid (VI) - Waterman en vissen

Waterman (23 januari – 21 februari)

Velen zijn verbaasd als ze te weten komen dat waterman een luchtteken is. Ze hebben weliswaar de aangeboren gemakzucht van een waterteken, maar dat ze toch een luchtteken zijn wordt duidelijk in hun volslagen gebrek aan empathie met anderen. Veel watermannen hebben een drugshoofd en zijn ook net iets te graag en te vaak bloot. Watermannen worden rare dingen als mimespelers, voedselinspecteurs in conceptrestaurants of psychologen voor vetplanten. Het ergste is ook dat ze dit met volle overgave doen en ze nooit beseffen dat werkelijk geen mens geïnteresseerd is in hun collectie wandelende takken, of die keer dat ze een natuurlijke darmspoeling kregen van een zweterige “dokter” met bruingerookte tanden in Indonesië. De enige reden dat ze getolereerd worden is omdat ze al bij al beschouwd vrij ongevaarlijk zijn en ingezet kunnen worden als afleiding terwijl één of andere geniepige schorpioen of een hebberige steenbok de kassa leegrooft.

Planeet: Uranus, wat klinkt als een lolletje, tot je merkt dat de planeet naar stront ruikt
Dit maakt het nog enigszins goed: watermannen kunnen erg goed doen alsof ze begrijpen wat voor boeken je leest of wat voor muziek je beluistert, ook al is het megaslecht
Typische ziektes voor watermannen: autisme, verdacht veel houden van anime

Vissen (22 februari – 20 maart)

De vissen worden gezien als de baby van de zodiac, en dat is terecht. Het zijn fundamenteel hulpeloze mensen met het affect van een tweejarige en de hoop dat je hen ergens gaat adopteren of hen in dekentjes gaat wikkelen zodat ze het altijd warm hebben. Veel luierfetisjisten zijn bijvoorbeeld vissen. Het probleem is dat vissen niks terug kunnen geven: ze kunnen alleen maar dieper zinken in hun eigen emotionele smurrie. Ze zijn extreem gevoelig aan alles wat met henzelf te maken heeft, maar om anderen geven doen ze eigenlijk niet. Dit is eveneens wetenschappelijk bewezen: achter 75% van mensen die ergens te laat komen, zit een vissen die zich nadien onoprecht excuseert. Vissen hopen dat je je hen hun onhandigheid en verwardheid vergeeft. Ze hopen verkeerd. 

Planeet: Neptunus, de verste planeet vanaf de zon, kil en eindeloos diep
Dit maakt het nog enigszins goed: als je houdt van foute seks – vissen accepteren alles
Typische ziektes voor vissen: histrionie, vele allergieën, dwerggroei, waterhoofd 

zaterdag 2 april 2022

De naakte astrologische waarheid (V) - Slangendrager, boogschutter en steenbok

Slangendrager (29 november – 18 december)

Sommige astrologen hebben de laatste decennia de slangendrager geïntroduceerd als 13de sterrenbeeld omdat de zodiac soms een klein beetje dit sterrenbeeld raakt. Dat is natuurlijk extreem cool voor al wie binnen die data valt, maar het resultaat valt dik tegen: slangendragers – als ze al bestaan – hebben de psychotische natuur van schorpioenen gekoppeld met de grootheidswaanzin van boogschutters, dus slangendragers zijn wellicht de meeste gehate mensen ter wereld na genocidale dictators en commentatoren op HLN.be. Ze zijn zich hier niet van bewust, want hun grootheidswaanzin vertaalt zich voornamelijk in zich constant heiliger dan de paus en nederiger dan Jezus Christus voordoen. Het ergste is dat slangendragers zogezegd extreem empathisch zijn (wat niet waar is) en de cynische waarheid in het leven hebben geroepen dat mensen die zichzelf “echt té empathisch” noemen, vooral bijzonder vermoeiend zijn. 

Planeet: Chiron, een asteroïde met een compleet verkeerde baan om de zon
Dit maakt het nog enigszins goed: ze zijn met weinig
Typische ziektes voor slangendragers: passief-agressiviteit, kinks die gewoon vuil en raar zijn en nooit opwindend of spannend  

Boogschutter (22 november – 23 december)

Boogschutters zijn niet alleen boertig, ze zijn er nog blij mee ook en beschouwen de materiële en morele schade die ze ergens aanrichten gracieus als leergeld zonder een sikkepit te geven om wie of wat ze geraakt hebben (en ze leren er ook niets uit). Een astrologisch cliché is dat boogschutters geboren reizigers zijn, maar dat is enkel omdat ze nooit ergens op tijd arriveren en nergens de weg kennen. Gêne kennen ze niet, maar ze veroorzaken het voortdurend bij anderen. Het zijn ook onverbeterlijke optimisten. Als je ooit in een nucleaire bunker zit met een boogschutter, ga je vroeg of laat van hem of haar horen “ach ja, kan slechter toch!” terwijl hij of zij net het laatste pakje Minute Soup heeft opgegeten zonder het eerst in kokend water te doen. 

Planeet: Jupiter, grootste planeet van het zonnestelsel maar eigenlijk een gigantische gasbol
Dit maakt het nog enigszins goed: hun levenseinde is meestal bijzonder vermakelijk
Typische ziektes voor boogschutters: boogschutters worden zelden ziek maar verspreiden wel toxisch optimisme  

Steenbok (24 december – 22 januari)

Het ‘kortpittig’ kapsel is een uitvinding van een steenbok, net als lelijke ‘praktische’ jassen en het automerk Opel. Steenbokken zijn geboren vakidioten die zo lang doen over meester in iets worden dat het tegen dan al lang niet meer nodig is. Muziek en cultuur begrijpen ze niet, behalve als er geld mee te verdienen valt, en ze zijn ook extreem gierig. Er bestaat niet zoiets als een aangenaam gesprek met een steenbok, alles lijkt ofwel op een zakelijke onderhandeling, ofwel op iemand die de statuten van een privébank zit voor te lezen. In ‘Dungeons & Dragons’ is de alignering ‘ordelijk, maar boosaardig’ uitgevonden voor steenbokken. De patroonheilige van de steenbokken zijn in positieve zin oerdegelijke lulletjes rozewater als Bill Gates, en in negatieve zin Adolf Eichmann.

Planeet: Saturnus, ziet er cool uit, maar is megakoud en plat
Dit maakt het nog enigszins goed: steenbokken hebben altijd mooi servies in huis
Typische ziektes voor steenbokken: steenbokken worden niet ziek, ze besmetten liever andere mensen terwijl ze vrolijk naar kantoor blijven komen, de bus nemen en naar de supermarkt gaan 

dinsdag 29 maart 2022

De naakte astrologische waarheid (IV) - Weegschaal en schorpioen

Weegschaal (23 september – 22 oktober)

De hipsters van de zodiac. Als je iemand ziet zonder wenkbrauwen met een bril zonder glazen en een “ironisch” band-shirt van K3 of David Hasselhoff, heb je waarschijnlijk te maken met een weegschaal. Alles is meta en ironie omdat ze eigenlijk geen echte persoonlijkheid hebben en denken zich uit elke situatie te kunnen lullen met hun pretentieuze gevoel voor humor. Weegschalen verzamelen vaak boeken die ze nooit lezen en kunst die ze eigenlijk niet begrijpen, of doen aan obscure sporten of veganisme om er mee te kunnen uitpakken op feestjes. “Links lullen, rechts zakken vullen” beschrijft de politieke weegschaal perfect, net als bijvoorbeeld RuPaul’s Drag Race bekijken maar toch in het geniep transfobische opmerkingen maken als een transpersoon niet voldoet aan het beeld dat ze in hun hoofd hebben van een transpersoon.

Planeet: Venus, van de buitenkant vreemd maar vertrouwd, eens je er bent letterlijk de hel
Dit maakt het nog enigszins goed: hun grappige commentaren op ‘Komen eten’ en Twitter
Typische ziektes voor weegschalen: xenoglossie, orthorexie, ziekelijke jaloezie

Schorpioen (23 oktober – 22 november)

Laten we even een misvatting uit de wereld helpen: “maar ze zijn zo sexy en mysterieus” wordt vaak gezegd na een oplijsting van alles wat negatief is aan schorpioenen, maar ook dat is niet juist. Het mysterie is vooral hoe ze er in slagen in leven te blijven en niet vermoord te worden door iedereen die hen haat, en sexy zijn is niet moeilijk als je competitie bestaat uit doodbrave stieren, woestelingen als rammen, droge beschuiten als steenbokken en zeveraars als tweelingen. Schorpioenen zijn de reden dat therapeuten, rechercheurs en advocaten aan hun inkomsten komen. Joke’s on them, though, na hun dood worden ze meestal onmiddellijk vergeten. Hun seksleven lijkt op een dictatuur en hun vriendschappen doen denken aan banden tussen lijfeigenen en vetgezopen kasteelheren.

Planeet: Pluto, lijkt op het eerste zicht supercool en mysterieus maar is niet eens een echte planeet
Dit maakt het nog enigszins goed: ja, ze laten toe dat je klaarkomt in hun gezicht en doen het anaal
Typische ziektes voor schorpioenen: de halve DSM-V